Als je nadenkt over de aanschaf van een Labradoodle, kom je misschien termen tegen als “gewone Labradoodle” en “Australian Labradoodle”. Hoewel ze allebei charmant, slim en gezinsvriendelijk zijn, zijn er duidelijke verschillen tussen de twee. Door te begrijpen wat hen onderscheidt, kun je bepalen welke beter bij jouw levensstijl past.
Inhoudsopgave
Wat is een gewone Labradoodle?
Een gewone Labradoodle is simpelweg een kruising tussen een Labrador Retriever en een Poedel. Dit kan een kruising van de eerste generatie zijn (F1), waarbij een Labrador met een Poedel wordt gefokt, of een latere generatie, waarbij twee Labradoodles met elkaar worden gefokt.
Kenmerken van de gewone Labradoodle
- Variërend uiterlijk: Omdat het een kruising van twee rassen is, kan het uiterlijk sterk verschillen. Sommige Labradoodles hebben meer kenmerken van de Poedel, zoals een gekrulde vacht, terwijl anderen meer op de Labrador lijken.
- Verschillende vachttypes: De vacht kan recht, golvend of krullend zijn. Niet alle gewone Labradoodles zijn hypoallergeen; sommige verharen nog steeds aanzienlijk.
- Temperament: Ze zijn over het algemeen energiek, sociaal en speels. Hun temperament kan echter variëren afhankelijk van welke ouderlijke eigenschappen domineren.
Bijvoorbeeld: Stel je hebt een Labradoodle die meer de Labrador-genen heeft. Dan kan het zijn dat hij dol is op zwemmen, apporteren en constant achter een bal aan wil rennen.
Wat is een Australian Labradoodle?
De Australian Labradoodle is meer dan alleen een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Het is een zorgvuldig ontwikkeld ras waarin ook andere rassen zijn opgenomen, zoals de Cocker Spaniel en de Ierse Water Spaniel. Door deze mix is de Australian Labradoodle consistenter in uiterlijk en gedrag.
Kenmerken van de Australian Labradoodle
- Consistent uiterlijk: Ze hebben vaak een fleece-achtige of wollen vacht die zacht aanvoelt en nauwelijks verhaart. Hierdoor zijn ze ideaal voor mensen met allergieën.
- Gestandaardiseerd karakter: Dankzij selectief fokken hebben Australian Labradoodles een stabiel, voorspelbaar karakter. Ze zijn doorgaans kalmer en minder hyperactief dan gewone Labradoodles.
- Meerdere generaties: Australian Labradoodles zijn multigenerationele kruisingen. Dit betekent dat ze generaties lang zijn gefokt om consistente eigenschappen te verkrijgen.
Vachtverzorging: Verschillen tussen beide soorten
De vacht is een van de meest opvallende verschillen tussen de twee typen Labradoodles.
Gewone Labradoodle
De vacht van een gewone Labradoodle kan heel verschillend zijn, afhankelijk van de genetica. Als de pup meer Poedel-genen heeft, is de kans groter dat hij een gekrulde, niet-verharende vacht heeft. Heeft hij meer Labrador-genen, dan kan hij een gladdere, verharende vacht hebben.
- Verzorging: Een gewone Labradoodle met een gekrulde vacht vereist regelmatig borstelen om klitten te voorkomen. Een hond met een gladde vacht heeft minder onderhoud nodig, maar zal meer verharen.
Australian Labradoodle
De Australian Labradoodle heeft meestal een zachte fleece- of wollen vacht die weinig tot niet verhaart. Dit maakt ze populair bij mensen met een hondenallergie.
- Verzorging: De fleece-achtige vacht moet wekelijks geborsteld worden en elke 6-8 weken professioneel worden getrimd.
Voorbeeld: Als je weinig tijd hebt om een hond intensief te verzorgen, kan de gestroomlijnde verzorgingsbehoefte van een Australian Labradoodle aantrekkelijker zijn.
Temperament en gedrag: Welke past bij jou?
Hoewel zowel gewone als Australian Labradoodles bekend staan om hun vriendelijke en sociale aard, zijn er enkele subtiele verschillen in temperament.
Gewone Labradoodle
Doordat dit een eerste of tweede generatie kruising is, kunnen de gedragskenmerken sterk variëren. Sommigen zijn energiek en speels zoals een Labrador, terwijl anderen wat gereserveerder kunnen zijn zoals een Poedel.
Australian Labradoodle
De Australian Labradoodle is gefokt om een voorspelbaar karakter te hebben. Ze zijn vaak rustiger, beter trainbaar en minder geneigd tot hyperactiviteit.
Voorbeeld: Als je een gezin hebt met jonge kinderen, kan de kalme aard van de Australian Labradoodle beter passen. Aan de andere kant, als je op zoek bent naar een speelse en actieve hond om mee te sporten, is een gewone Labradoodle wellicht een goede match.
Gezondheid: Zijn er verschillen?
Beide soorten Labradoodles zijn over het algemeen gezonde honden, maar er zijn wel wat verschillen in de erfelijke aandoeningen waarvoor ze vatbaar zijn.
Gewone Labradoodle
Gezondheidsproblemen kunnen variëren afhankelijk van de genetische mix. Veelvoorkomende problemen zijn heupdysplasie en allergieën.
Australian Labradoodle
Dankzij strikte fokrichtlijnen en genetische screening door erkende fokkers, hebben Australian Labradoodles minder kans op erfelijke aandoeningen. Het risico op allergieën of heupdysplasie is daardoor vaak kleiner.
Conclusie
Het belangrijkste verschil tussen een gewone Labradoodle en een Australian Labradoodle zit in hun fokgeschiedenis, uiterlijk en voorspelbaarheid van gedrag. Gewone Labradoodles kunnen een verrassing zijn qua uiterlijk en temperament, terwijl Australian Labradoodles zijn ontworpen om consistente, hypoallergene honden te zijn met een stabiel karakter.
Wil je meer weten over hoe je de perfecte Labradoodle kiest en verzorgt? Lees dan het boek Labradoodle Geheimen voor uitgebreide tips en adviezen. Meer informatie vind je op www.labradoodlegeheimen.nl.